Nieuwjaarstoespraak 2020 van burgemeester Nanning Mol

Tegen vertrutting, voor beschaving
"Dames en heren, inwoners van Laren, vertegenwoordigers van verenigingen en maatschappelijke organisaties, politie en brandweer, medewerkers, bestuurders uit buurgemeenten,

En een bijzonder welkom aan Berber van der Weg, de Laarder van het Jaar, en Hans Schotsman, onze net gedecoreerde brandweerman,

Namens het voltallige gemeentebestuur heet ik u van harte welkom bij de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Laren om het jaar 2020 samen in te luiden!

Het doet mij plezier zoveel bekende gezichten bij de start van dit nieuwe jaar zo energiek en vitaal voor mij te zien. Dat betekent dat u hebt genoten van de feestdagen en goed bent uitgerust.

Het kon ook eigenlijk niet meer stuk na de prachtige lichtjesavond. Wat een mooie avond. Wat was het druk in ons dorp. En wat is de avond gemoedelijk verlopen! Ik geef graag nogmaals een compliment aan de voorhoede van de organisatie, Bijzonder Laren, de Ol’ Blacks en Eric Hurink. Van het opbouwen van de parade tot het optreden van Klepperman voor het Brinkhuis, het was heel gezellig. En u hebt natuurlijk de afgelopen weken kunnen genieten van onze ijsbaan, waar ook weer een actieve groep inwoners als ijsmeesters actief was.

Samenlevingspret noem ik dat. Vandaag ben ik precies 99 dagen uw burgemeester. En als ik iets heb ontdekt in mijn eerste 99 dagen, is dat wij daarin in Laren heel goed zijn: samen plezier hebben in het samenleven. Van Singer tot Door de bank genomen, van het Brinkhuis tot De Speuit, van de Soll tot het Geitenweitje, van De Kolonie tot Theodotion, van de Larensche Mixed Hockey Club tot Laren ‘99. Overal zetten mensen zich als vrijwilligers in voor ons dorp. Samen genieten we daarvan. En dat, dames en heren, maakt Laren pas echt tot een rijk dorp.

Ik heb niet alleen maar kennisgemaakt. U hebt mij ook dingen verteld. Over Laren. Over onze geschiedenis en hoe wij in elkaar zitten. U hebt ook zorgen met mij gedeeld. Een zorg die ik veel hoorde wil ik vanavond met u delen. Want wij zijn onverdeeld van mening dat de kracht van Laren schuilt in ons rijke verenigings- en vrijwilligersleven. Het gaat goed met onze vrijwilligers. En tegelijkertijd herkent u allemaal de uitdaging hoe wij de volgende generatie vrijwilligers de samenleving in helpen. Wie is die vader of moeder die over 10 jaar in de kantine helpt? Wie wordt de brandweervrijwilliger die over 10 jaar ons dorp brandveilig houdt?

Ik heb het in mijn installatietoespraak al gezegd, en ik ben er dankzij mijn kennismaking met u extra van overtuigd: Met elkaar maken wij Laren. Samen moeten we onze sterke gemeenschap en onze identiteit bewaken, zodat alle inwoners, ook de volgende generatie, zich daarmee verbonden voelen. Laten we daarvan een gezamenlijk uitdaging maken: dat Laren een sterk merk blijft, waar mensen zich graag voor inzetten. Er zijn vanavond veel nieuwe inwoners aanwezig. Ik hoop dat ook zij zich verleid voelen om actief te worden als vrijwilliger in ons dorp. Ik kan hen verzekeren, u krijgt er veel voor terug.

Dames en heren, ik sta hier als burgemeester van de zelfstandige gemeente Laren. Die zelfstandigheid is hard bevochten. En dat is uw verdienste. Nu dient zich wel een volgende klus aan. Want als we Laren zelfstandig willen houden, hoe gaan we dat doen? Voor zelfstandigheid is immers maar 1 recept, dat is de boel op orde hebben. Onze inwoners goede voorzieningen bieden en de financiën in evenwicht houden.

Dat lukt tot nu toe goed. Maar er is een schip met zure appelen in aantocht. Een groot deel van onze begroting bestaat uit kosten voor taken die vroeger bij het Rijk lagen. Zoals de WMO en de jeugdzorg. Door de vergrijzing en meer vraag naar zorg, stijgen deze kosten. Het college werkt er hard aan om ervoor te zorgen dat we deze kostenstijging beteugelen, maar voorlopig zet deze trend door. Tegelijkertijd zien we dat de uitkering die wij vanuit het Rijk ontvangen, grillig is. Ik kan niet in de toekomst kijken, maar ik voorzie dat Laren de komende jaren eerder minder dan meer vanuit Den Haag zal krijgen. Dan vraagt ook onze gezamenlijke werkorganisatie met Blaricum en Eemnes, de BEL, meer handjes. Extra mensen zijn nodig om het werk aan te kunnen.

Dit betekent dat onze financiën, net zoals in andere gemeenten, steeds verder onder druk komen te staan. Dat de lokale financiële ruimte kleiner wordt. Nu kun je blijven kaasschaven tot je erbij neervalt. Maar je kunt ook als bestuur met elkaar een goed gesprek voeren: hoe willen wij dat Laren er in de toekomst uitziet, wat voor gemeente hoort daarbij en welke taken moet die gemeente uitvoeren? Hoe werken we in de regio samen en met wie? Dat betekent ook keuzes maken: wat doet de gemeente wel en wat doet de gemeente niet.

Ik kan de keuzes niet maken. Dat is aan het door u gekozen bestuur, de gemeenteraad en de wethouders. Maar ik vind wel dat we hiermee niet lang kunnen wachten. Nog voor de zomer moeten wij met de gemeenteraad dit gesprek gevoerd hebben. En ik zal dit ook agenderen en samen met het college een voorstel voor doen. Zodat we een gezamenlijk beeld krijgen van de toekomst van Laren. Als we dit goed doen, dan hebben wij een basis voor een begroting die langjarig robuust is.

Ondertussen blijven we natuurlijk hard werken aan ons dorp. We gaan door met ons dorp regenklaar te maken, zodat we beter kunnen omgaan met de neerslagoverlast. We blijven met elkaar in gesprek over bouwen en wonen, zoals bij het Rabobankgebouw. Waarbij ik de hoop uitspreek dat we op een gedragen wijze tot besluitvorming kunnen komen, zodat plannen ook werkelijkheid kunnen worden. En we blijven sturen op een slank en sterk sociaal domein, zodat de inwoners die zorg en ondersteuning nodig hebben, dit ook echt krijgen.

Een nieuwjaarstoespraak in Laren is niet compleet als we niet stilstaan bij het culturele leven. De afgelopen maanden hebben we genoten van alle creativiteit die is ontstaan in de voormalig Rabobank, waar 11 bevlogen kunstenaars en een soepele projectontwikkelaar de handen ineensloegen om een leeg gebouw om te toveren tot pop-up werkatelier en galerie. Ook het komende jaar valt er in ons dorp weer veel te doen.

Wij werken samen met de Oranjevereniging, het 4 en 5 mei comité en bijzonder Laren aan een passend programma om in de eerste week van mei 75 jaar bevrijding te vieren. Op 24 mei zal het dorpsfestival Leve Laren plaatsvinden, waarbij het kunstwerk ‘Het Laren van weleer’ opnieuw onthuld zal worden. En dit jaar gaan wij beginnen met de voorbereiding van de viering van 500 jaar Johanneskerk, het oudste monument van Laren, in 2021. We gaan dit niet alleen vieren met festiviteiten. In 2020 willen we voldoende geld ophalen om de restauratie van de Johanneskerk mogelijk te maken. Dat moet lukken!

Voordat ik afrond, wil ik nog met u stilstaan bij het onderwerp openbare orde en veiligheid. De jaarwisseling is in Laren rustig verlopen, hoewel ook hier de behoefte aan een regionaal of landelijk vuurwerkverbod toeneemt. Vanavond sluit ik mij aan bij de voorstanders van dit verbod. Het aantal woninginbraken in Laren blijft dalen. Dat is goed nieuws. De auto-inbraken blijven een punt van aandacht, maar daar zijn we scherp op. Dat kunnen we, omdat we goed samenwerken. Ik wil dan ook mijn waardering uitspreken voor onze brandweer, onze politie en BOA’s, en onze eigen buurtpreventieverenigingen die samen ons dorp veilig houden. In 2020 gaan we onze inzet versterken met mobiele camera’s. In december zijn wij nog opgeschrikt door een geweldsincident, waarover ik nu niet veel wil zeggen, er is al genoeg over geschreven.

Ik wil wel iets kwijt over mijn persoonlijke lijn op het gebied van openbare orde. We wonen en leven hier goed en veilig. Detailhandel, horeca, cultuur en evenementen zijn met elkaar in balans en versterken gezamenlijk ons imago en onze aantrekkingskracht. Wij gaan voor een goed en gezond vestigingsklimaat voor bewoners en ondernemers. Laren is een goudgerand dorp, en dat houden we zo. Dat betekent dus ook dat we scherp zijn op ondermijning en de boel niet uit de hand laten lopen. Geen gedonder. Als het dan nodig is om de teugels even strak aan te trekken, dan doen we dat. Want wij zijn hier tegen vertrutting, maar voor beschaving.

Dames en heren, het is tijd om te gaan netwerken. Ik wil het Brinkhuis, mevrouw Mireille Bekooij en de heer Leo Janssen, onze wijkagenten Remco Wessels en Hans Post, en iedereen die heeft meegeholpen, bedanken voor de organisatie van vanavond.

Ik hoop dat u een glas in de hand hebt. Ik wens u namens de gemeenteraad en het college van Laren een gezond en gelukkig 2020! Proost!"